donderdag 21 maart 2013

DE PLAATS VAN DE HEL


Uit: The BANNER OF LIGHT  Jan 1892
 
In 'The Banner of Light' van januari 1892 vind ik bijgaand stuk, overgenomen uit de Chicago Tribune, hieronder vertaald, samengevat en van commentaar voorzien.

Banner of Light was een toonaangevend Spiritualistisch weekblad, opgericht in Boston door medium en auteur Emma Hardinghe Britten. Het blad bestond van 1857 tot 1894.

Als je die dichtbeschreven krantenformaat vellen papier ziet dan snapt geen mens meer hoe zo'n blad wekelijks volgeschreven en gezet werd, zonder computer. Zelfs met een computer zou het nog een hels karwei zijn. 

En nu we het toch over de hel hebben.... 

Een Anglicaan, Reverend C.A.A.Taylor heeft vastgesteld dat "de Hel een meer van vuur en zwavel is, dat zich precies 52 mijl (75 km) onder de aarde-op-zee-niveau bevindt, en een kubieke inhoud heeft van 542.900,000 vierkante mijl."

Da's heel wat, maar er moeten dan ook een hoop zielen in kunnen zwemmen. 

"Ik ben tot die conclusie gekomen", zegt hij, "na een pijnlijk precies onderzoek van massa's wetenschappelijke, filosofische en theologische literatuur, in bibliotheken in Parijs, Londen, New York en Boston, samen met een minutieus gepluis in de Heilige Schrift.
Ik baseer mijn geloof op de Schrift. In de eerste plaats spreekt Christus altijd over de hel als 'beneden' en nooit 'boven'. Daarbij wordt er in de Bijbel altijd over gesproken als een meer van vuur en zwavel, en als dat niet zo is, waarom zou de Bijbel dat dan zeggen? De Bijbel zegt dat toen Jezus drie dagen in de hel was, hij zijn ogen omhoog richtte. Hoe kon hij omhoog kijken als hij niet al beneden was?"

Moeten we hieruit concluderen dat de Reverend nooit de ogen opsloeg? Foei toch!

Dan wordt de goede man wetenschappelijk:

 "Ik kom tot mijn conclusies door de toenemende hitte als we afdalen in te schatten, en ik heb berekend dat bij 52 mijl de hitte precies genoeg is om elke bekende substantie te smelten. Hier begint het meer van vuur en zwavel, en dat zich door het hele binnenste uitstrekt. Ooit was het helemaal gevuld met een gesmolten massa, maar God heeft het in de harten van de mensen gelegd en heeft de mens tegengehouden om het grote einddoel binnen bereik te brengen.
Gehoorzaam aan Gods mandaat wordt het binnenste geleidelijk geleegd door oliebronnen, natuurlijke gasbellen en kolenmijnen. Daarnaast zijn het vulkanen die geleidelijk een plaats in gereedheid brengen voor de zondaars die volharden in ongehoorzaamheid tegen Gods wetten.

Het heilige boek zegt dat bij de komst van het Oordeel de aarde zich zal oprollen als een rol en met onblusbaar vuur zal branden. Dat betekent dat het binnenste van de aarde zo geleegd zal worden dat de aardkorst zal breken en de frictie veroorzaakt door het uit elkaar vallen van moleculen zo'n hitte zal veroorzaken dat de wereld verteerd zal worden en er alleen een meer van vuur zal overblijven. De goeden zullen ontsnappen, omdat ze naar de hemel worden geroepen."

Een hele troost. En dan als klap op de vuurpijl, wat we uit het bovenstaande al konden vermoeden:

"De Bijbel zegt dat de zon rond de aarde beweegt en zegt niet dat de aarde rond is. Daarom geloof ik dat de aarde plat is, of op z'n minst niet zo rond als wetenschappers geloven."

Amen.

ESKIMO SEANCE


TWO WORLDS 1890




Vaak staan er in Spiritualistische tijdschriften fragmenten uit boeken geschreven door reizigers die dingen meemaakten, verwant aan Spiritualistische  fenomenen. Niet zo gek natuurlijk, want de geestenwereld speelt in elke cultuur een rol.

In dit stuk geeft een Mr Holm een verslag van wat hij meemaakte bij de Angerok Inuit, aan de oostkust van Groenland, een stam die toen, in 1889, nog maar kort tevoren met Westerlingen in aanraking was gekomen. 

Holm beschrijft hoe het medium, een Angekok priester, rustig op z'n rug lag terwijl de voorbereidingen voor de komst van de geesten plaatsvonden. In een soort trancetoestand stond hij tenslotte op, en legde zijn drum op een steen. Toen werden zijn armen vastgebonden achter zijn rug tot zijn handen paars zagen, en hij kreunde  en naar adem snakte.

De lampen werden uitgedraaid.

Daarna begon er van alles te gebeuren, geluiden van onbekende herkomst werden gehoord, het gordijn voor de ingang van de hut begon te flappen, er klonk lawaai als van een grote vogel, het meubilair ratelde en af en toe werd er een rauwe lach gehoord. De mannen in de hut sloegen als gekken op de drums en uitten opzwepende kreten.
Toen werd het ineens stil, want de gevreesde geest Amortortok kwam binnen; een monster 'met zwarte armen die alles zwart maakt wat hij aanraakt, en dus moet sterven'. 
Amortortok liep rond met zware tred (in het lichaam van de priester, nemen we aan), en riep A-mo, A-mo, waarbij de aanwezigen zich angstig in de hoeken verdrongen. 
Een andere geest, een Tartok, beschermgeest van de stam, nam zijn plaats in en zei, als de reus van Klein Duimpje dat hij mensenvlees, in dit geval Europeanen rook. Die geest stelde vragen die de Europeanen blijkbaar beantwoordden. Op de stam werd blijkbaar goed gepast, want met blanken weet je 't maar nooit.

De lampen werden opnieuw ontstoken, en de Angekok priester zat uitgeblust en zwetend op de bank.
De geesten waren huns weegs gegaan.

De schrijver kan niet laten op te merken dat de lezer maar zijn eigen opinie moet vormen over de mentale en morele gesteldheid van de medicijnman. Wat die ermee te maken heeft kan ik niet bedenken. Zeker niet omdat de verschijnselen daar op Groenland niet zo erg anders lijken dan de hocuspocus die in Spiritualistische seances in die tijd aan de orde van de dag was.