In het
boek 'OUTBREAK' van Hilary Evans (2009) vind ik dat er tussen het jaar 1800 en
1804 een buitengewoon heftige periode is geweest waar ook veel over werd geschreven.
Revivals gaan vaker gepaard met verschijnselen als lichten in de lucht en
poltergeist fenomenen, maar in Kentucky maakten ze het bonter. Misschien had
dat iets te maken met de maatschappij in die tijd: Kentucky was arm,
achtergebleven, analfabeet, en mede daardoor een broedplaats van criminaliteit
en religieuze excessen onder de voornamelijk uit Schotland en Ierland
afkomstige bevolking.
De
start van de gekte lag bij de aankomst van Reverend
James McGready, een Presbyteriaanse dominee uit North Carolina, een ruig
type, en daarom geschikt voor de job in deze ruige omgeving. Hij begon te
donderen over zwavel en vuur,
verdoemenis en de hele rattaplan.
Dat
sloeg in als een bom, en al snel wilde iedereen gered worden van zijn grafische
beschrijvingen van de hel. Men reisde honderden kilometers om hem te horen.
Er
werden 'Camp-Meetings' georganiseerd, eerst op kleine schaal, maar in 1801 en
1802 met 10.000 tot 15.000 gelovigen, en
daarvan werden er soms honderden tegelijk 'geslagen' door de 'geest'. Of dat
massahysterie was of wat anders? Allebei, misschien.
Iemand
vertelt in een krant van 1802 dat mensen bij bosjes neervielen en totaal
ongevoelig waren, ijskoud, trillende en stuiptrekkend. Sommigen waren wel 10
uur bewusteloos, anderen waren uren aan het gillen en schreeuwen. Het geluid
van die schreeuwende menigte werd vergeleken met het brullen van de Niagara.
"Een
vreemde bovennatuurlijk macht scheen collectief over hun geest te komen. Rev.
Finley, een van de aanwezigen bij zo'n gebeurtenis zag "minstens 500
personen precies tegelijkertijd neervallen alsof er een batterij geweren op hen leeggeschoten was, en toen
volgde onmiddellijk het roepen en brullen naar de hemel."
Ook
kinderen werden slachtoffer van de bezieling.
James
Crawford, zelf geen slachtoffer van dit uiterst Christelijk gebeuren, schrijft
over de 'Cain Ridge Meeting' in 1801:
"Ik zag een meisje van 7 jaar, Barbara, gezeten op de schouders van een
man, die het woord richtte tot de menigte en nietb ophield tot ze helemaal
uitgeput was. Een meelevende oude man die achter het duo stond zei zorgzaam dat
het arme kind beter kon gaan liggen, maar toen richtte het meisje het woord tot
hem: "Noem mij niet arm, want Christus is mijn broeder, God mijn vader, en
ik heb een Koninkrijk te beƫrven, dus noem me niet arm, want ik ben rijk in het bloed van het
Lam."
Echt
taal voor een kind van 7.
"Een
jongen van een jaar of twaalf beklom een houtblok en wist zich verstaanbaar te
maken zodat binnen enkele minuten iedereen naar hem luisterde terwijl hij een
uur lang hel en verdoemenis preekte tot hij ondersteund moest worden door
volwassenen. Bij een andere Meeting was er een meisje van 10 dat twee uur
voorging in gebed."
Velen
hadden 'The Jerks' , stuiptrekkingen, maar zo hevig en zo langdurig dat velen
daar tijdelijk of blijvend schade van ondervonden. Sommigen dachten dat het van
God kwam, als straf, en 'wake-up call' . Anderen moesten er niets van hebben,
maar kregen het toch.
Marshall Fishwick, in Great Awakenings (1995) haalt een
observatie aan tijdens een van die bijeenkomsten:
"Dronken
nietsnutten kwamen om onze bijeenkomst te verstoren, met aan het hoofd een
grote dronken kerel. Hij vervloekte de stuiptrekkingen en religie. Kort daarna
werd hij zelf gegrepen door de Jerks, en hij begon te rennen, maar het was zo
hevig dat hij niet wegkwam. Toen nam hij zijn fles whiskey, en zwoer dat hij die
verdomde jerks weg zou drinken, maar het stuiptrekken was zo hevig dat hij de
fles niet aan z'n mond kon zetten. De fles trof een boom en spatte uit
elkaar....De man was razend omdat hij zijn drank kwijt was en vloekte aan een stuk
door terwijl de jerks alsmaar heviger werden. Tenslotte was er een heftige jerk
die z'n nek brak. Hij viel en stierf snel, met z'n mond vol vloeken en
bitterheid."
Zoals
we hierboven hebben kunnen lezen (en op veel sites op Internet) ging het in
Kentucky in die jaren spiritualistisch aan toe, maar hoewel veel Christelijke
sites de gebeurtenissen nog altijd als 'God van aangezicht tot aangezicht'
bestempelen, kan men daarover van mening verschillen.
Want dit
gaat niet over 'normale' geesten, noch om iets waar je blij van wordt, liefde, vertrouwen,
toewijding, menselijk geluk.
Welke
koshere spirituale invloed zou zich moeten manifesteren in kronkelende en
stuiptrekkende gelovigen, in sommige gevallen tot de dood erop volgde?
In 1804
was het blijkbaar nog altijd niet gedaan met de gekte, hoewel het officiele einde van de Revival in 1803 was.
Rev.
Jacob Young beschrijft zijn eigen ervaring.
Ik vat
hem samen.
In 1804
was hij zelf voor het eerst getuige van 'the Jerks' , bij Mr Doke, een Presbyteriaans dominee van goede
reputatie, die erdoor gegrepen werd en op de preekstoel de raarste capriolen
uitvoerde, waardoor toeschouwers het ergste vreesden voor zijn gewrichten. Hij
lachte en jubelde uit alle macht en sprong dan van de preekstoel om het bos in
te rennen, schreeuwend als een gek. Als de 'oefening' over was ging hij de kerk
weer binnen alsof er niets was gebeurd.
In
hotels gebeurde het dat een aanval kwam als iemand net een glas aan de lippen bracht, waardoor de vloeistof tegen
het plafond spatte, wat sommigen amuseerde en anderen alarmeerde. Dames aan het
ontbijt gooiden hun thee of koffie naar
de zoldering, waarbij soms het kopje en de schotel brak. Dan haastten ze zich van tafel, met hun lange
gevlochten haren op hun rug klappend als een zweep (of knetterend van
elektriciteit?)
En dan
vertelt de schrijver komisch over een Methodistische dominee "die de duivel wel eens uit zijn kerk
wilde drijven, maar zelf werd besprongen door 'de Jerks'. Bij elke stuip
wapperde hij met zijn handen alsof hij viool speelde. Op een ochtend werd hij
gegrepen terwijl hij op weg was naar een afspraak, en hij liet de teugels
varen. Het paard ging er vandoor, en stopte bij een hek. De ruiter stapte af en
zocht steun bij een paal, die omviel. Een dame van het huis in kwestie kwam
kijken wat er aan de hand was. De dominee verstopte zichzelf uit schaamte in de
boomgaard, waarbij zijn vreemde gefiddel en zijn wild op en neerflappende pandjesjas
de aandacht trok van de honden die de achtervolging luid jankend inzetten.
Aangezien hij bang
was voor honden draaide hij om en vluchtte het huis binnen door de achterdeur en
verstopte zich boven in bed waar hij bleef tot de aanval over was. Hij wilde
niet toegeven aan zijn 'ziekte', zoals hij het noemde, en die werd steeds
erger, zodat hij zich terugtrok uit zijn ambt en stierf.
Arme man, ik hield van
hem."
Opmerkelijk
is het laatste stuk van zijn verslag. In 1803 was de controverse tussen de
beide aangedane groepen van Presbyterianen en Methodisten al uitgelopen op
groeiende onlusten. Men beschuldigde elkaar van hypocrisie, en sloot elkaar
buiten. Presbyterianen riepen dat de Methodisten best konden ophouden met hun
stuipen. Presbyterianen hadden de macht, dat waren de rijken, de Methodisten de
armen.
Young,
de dominee in kwestie, zelf een Methodist, houdt dan een preek waarin hij het
allemaal als een straf van God benoemt. God is rechtvaardig, genadig, en zijn
oordeel zal zeker komen. Hij valt de dubbelheid en de hypocrisie aan met
dezelfde woorden als die van hun tegenstanders: "jullie kunnen ophouden met schreeuwen, als jullie willen" .
Dan
schrijft hij: "Na een pauze riep ik zo hard ik kon: "Hou op met stuiptrekken, als je kunt!!" Op dat moment
begonnen zo'n 500 mensen te springen, te schreeuwen en te jerken.
Die dag
werd er niet meer gepreekt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten