maandag 4 maart 2013

VIRGINIA'S WONDERPASTA


Uit: CHRISTIAN SPIRITUALIST 22 DEC 1855

 

Het aantal Spiritualistische uitgaven in de 19de eeuw was enorm, plaatselijk, regionaal en landelijk, en natuurlijk ook meer specifiek, zoals het 4 pagina 6 kolommen krantenformaat weekblad de Christian Spiritualist uit 1855 waaruit ik dit stuk gehaald heb. Het Spiritualisme was toen nog heel jong: ruim zeven jaar oud.

Het verhaal hiernaast vond ik interessant omdat het gaat over een spontane manifestatie, niet tijdens een seance maar gewoon thuis. De hoofdpersoon is een puber.
Ik vat het lange ingezonden stuk van een Rev. Ferguson hier en daar samen. 
"Het medium van deze fenomenale manifestaties is de jonge dochter van Brother Ferguson, nog maar 14 jaar oud."

De Reverend vertelt dat zijn dochter Virginia en haar jonger zusje en broertje aan het begin van de vakantie in juni bij vrienden in Maryville zijn gaan logeren, waar hun moeder ze zou volgen. Maar moeder was ziek.

De Reverend en zijn vrouw gingen pas na zes weken naar Maryville, waar ze van de familie waar de kinderen logeerden dit wonderlijke verhaal te horen kregen: 

"Terwijl de familie in de woonkamer zat, converserend over de mogelijke ziekte die er heerste in het land (misschien een epidemie van het een of ander?) kwam Virginia plotseling en totaal onverwacht voor iedereen onder geesteninvloed, waarbij ze, met vriendelijkheid en waardigheid het karakter van een arts aannam, en hen om de beurt aansprak in wat leek een Indiaans dialect, en in Engels, waarbij ze alle aanwezigen in de ban hield en verbaasde.
Op dat moment kwam er een negerjongen binnen uit het veld, die klaagde over hevige pijn in z'n schouder, waardoor hij zijn arm niet meer kon gebruiken.
Virginia pakte hem beet en beschreef de omstandigheden waaronder hij gewond was geraakt, en verlichtte de pijn door stevige maar redelijk pijnloze manipulatie.
Toen vroeg ze om een schone kop en een lepel, die ze liet wassen waar iedereen bij was. Niemand kon vermoeden wat ze van plan was.
Ze nam de kop, en scheen met de lepel een vloeistof te mengen. Na een paar ogenblikken hield ze de kop voor de aanwezigen en men zag dat het een mengsel van een dunne pasta bevatte, die olieachtig aanvoelde en donker van kleur was.
Iedereen was tevreden (!!), want het werd bij vol daglicht gedaan en onder het oog van iedereen. Ze voegde nog wat water toe en gaf het te drinken aan iedere zieke op het terrein, en iedereen beschreef de smaak, maar velen wisten niet hoe het was geproduceerd." 

Deze ceremonie werd twee weken lang dagelijks herhaald, en iedereen op een na genas, ook de jongen die zijn arm niet op kon tillen; in een paar uur was hij weer zo sterk als voorheen.

De Reverend zegt dan: "Toen deze dingen mij verteld werden geloofde ik ze niet, ondanks mijn ervaring" (als Spiritualist).
De goede man doet moeite z'n scepticisme te behouden, maar mensen die hij vertrouwt en die zijn vrienden zijn, en "simple minded negroes and children" waren getuige.

Lang hoefde de Reverend zich niet bezig te houden met zijn ongeloof, want Virginia komt binnen, en het is de familie duidelijk dat ze weer aan het channelen slaat. "Wees stil en je zult het zien", zegt de gastheer.

De moeder van het meisje heeft het er niet op. Ze is nog zwak, en dit is een aspect van haar dochter dat haar niet echt blij maakt. Sterker nog: ze is bang.
Maar Virginia spreekt met zo'n plezierig geneesheerachtig gezag en wijsheid dat haar angst verdwijnt.

Virginia spreekt over zichzelf in de tweede persoon (?) en haar moeder herkent haar (Virginia's of haar eigen?) gids.
Het meisje manipuleert haar moeder in de regio van de longen, en beklemtoont het belang van een recht postuur. (Met de corsetten van die tijd was een ander postuur nauwelijks mogelijk). 
Dan vraagt Virginia weer om de kom en de lepel, en maakt het vocht waar iedereen bij is, zonder ingrediĆ«nten, "schijnbaar uit de atmosfeer". Ook fabriceert ze een zalfje dat ze op de pijnlijke nek van een patiĆ«nt smeert.
"We zagen, we voelden, we proefden. We konden ons niet vergissen. Dit zagen we iedere dag een week lang, tot iedere zieke beter was."

De Reverend eindigt met te vertellen dat ze nu weer thuis zijn, de moeder beter is, Virginia regelmatig naar school gaat maar bijna iedere dag wel iemand geneest door geesteninvloed. Zegt hij: "Het gaat mijn verstand te boven, stelt mijn onwetendheid op de proef maar wakkert  mijn hoop aan. Ik geloof in mijn zintuigen, daarom heb ik gesproken."

Maar verder, aldus de Reverend, is Virginia een toegewijd, vrolijk eerlijk kind, verstandig maar niet boven haar jaren, en niet begiftigd met wat men talent noemt.
Ze werd geboren in februari 1841, en "ze is een kind in al haar voorkeuren."

Hoe zou dit afgelopen zijn?  Googelen levert niets op. Wat is er van het meisje geworden?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten