Banner of Light 1857/1861
In onze ogen moeilijk
leesbaar. In de ogen van toen een blad waar je wat aan had.
Nevenstaand bericht
is uit de eerste jaargang, 1857, nog geen 10 jaar na het 'officiële' ontstaan
van het Spiritualisme als beweging. (1848).
Iedere week was een
bladzijde helemaal gewijd aan 'boodschappen' , met naam en toenaam.
De krant had een
medium, Mrs Conast, "wiens diensten
exclusief betrokken worden door de Banner of Light."
De opzet van die
constructie was "Het doorgeven van
boodschappen van overleden geesten aan hun vrienden en verwanten op aarde",
want:
"De communicatie van Spirits met
stervelingen is nu een vastgesteld feit, niet meer onderhevig aan twijfel bij
ieder die de fenomena die in de huidige tijd zoveel aandacht trekken heeft
onderzocht."
Het stuk gaat verder
met te vertellen dat de boodschappen die binnenkomen bedoeld zijn voor mensen
die geen seances kunnen bezoeken en geen mediums kunnen consulteren.
De geesten
maken dankbaar gebruik van de mogelijkheid om hun vrienden en familie op deze
manier te bereiken.
"We zijn heel succesvol geweest in het
doen van waardevolle proeven met de presentie en de kracht van spirits van wier
bestaan wij nooit geweten hebben, voor vrienden op aarde die ook totale
vreemden voor ons zijn."
En het mes sneed van
twee kanten: lezers van de krant - en dat waren niet allemaal Spiritualisten -
zouden op deze manier mogelijk geïnteresseerd raken, en overtuigd van de
waarheid van de boodschap dat het leven niet ophoudt bij de dood. Zegt de
redactie:
"Deze
communicaties worden niet gepubliceerd vanwege hun literaire verdiensten. De
waarheid is alles wat wij nastreven. Onze vragen worden niet vermeld, alleen de
antwoorden op die vragen. Wij vragen om reacties van degenen tot wie ze gericht
zijn en we trachten te antwoorden op vragen die er betrekking op hebben en ons
worden toegezonden."
En dan volgt er nog
een aanmoediging om vragen van theologische aard te stellen zodat het medium mevrouw
Conast die aan de geesten kan voorleggen, met het doel vooroordeel onder religieuze
lezers weg te nemen en te laten zien dat dit (de boodschappen) uit de hemel komt, niet om
de Bijbel af te breken maar om haar waarheid te bewijzen. En aangezien lang
niet alle geesten het licht hebben gezien en de aardse narigheid nog aan ze
kleeft, zijn juist die Christelijke waarden van groot belang, zegt het stuk. En
nogmaals: "De boodschappen zijn
gepubliceerd zoals ze zijn gegeven, zonder door ons veranderd te zijn."
Seances werden bij
duizenden gehouden. In elke straat dansten een paar tafels, uit overtuiging of
als tijdverdrijf. Menig huisvrouw
ontdekte haar mediamieke echte of vermeende 'gaven'.
Het is apart om die
doorgekomen doden te lezen. Hoewel de krant hoopt dat het Spiritualistisch
gedachtegoed erdoor wordt gepromoot, kan
het de lezer niet ontgaan zijn dat de meeste geesten niets te vertellen hebben.
Dat is nog steeds
zo. In de openbare mediumbijeenkomsten van tegenwoordig heb ik nooit een
doorgekomen geest iets met substantie horen vertellen, terwijl, zou je zeggen,
ze niet uitgepraat zouden moeten raken over de wonderen van het hiernamaals,
als je het tegen de ervaringen van mensen met een Bijna Dood Ervaring aanlegt,
bijvoorbeeld.
Maar nee. Dodelijke
verveling schijnt er daarboven te heersen.
Mijn gevoel is dat die
visite-geesten nooit weg zijn geweest uit de aardse sfeer, en dat ze niks zijn
opgeschoten.
Hier hebben we drie
willekeurige mensen uit die rubriek: David Spenser, Mehitable Babb, en Henry
Pottle.
De spirit van David
Spenser communiceert met een duimalfabet, misschien een soort vingeralfabet,
hoewel hij zegt niet echt doof te zijn. Maar wel stom, vanwege rode hond en een
keelprobleem toen hij drie jaar was.
Hij stierf op z'n
17de bij een ongeluk, waarbij zijn schedel verbrijzeld werd.
Mehitable Babb - wat
een naam - was bij leven Presbyteriaans. Ze is, lijkt het, tegen haar zin
gekomen en ze weet niet waarom, maar ze hoopt 'God te verheerlijken door haar
komst' .
Mehitable is 92 jaar
geworden, en toen ze in het hiernamaals kwam wist ze niets."Ik was als een
klein kind", en ze kreeg een hoop instructies. "Ik was Presbyteriaans van religie, maar daar wil ik niets over zeggen. Ik weet niet waarom ik
hier ben, maar het zal wel ergens goed voor zijn. Als dat zo is dan ben ik daar
blij om. Dit is alles wat me gevraagd werd te geven, maar de vraag over mijn
religie wil ik niet beantwoorden." Een geest met een trauma, dus.
Tenslotte Henry
Pottle. Hij vraagt zich af of hij wel goed is? "Mijn naam is Henry Pottle. Kennen jullie mijn zus Fanny, uit
Boston? Ik wil graag met haar spreken. Ze is een medium, maar ik krijg geen
kans met haar te praten. Ze heeft mensen om zich heen die tegen haar liegen. Ik
ben 9 jaar geleden verdronken, en ik kom niet weg van de aarde. Mijn moeder -
die wil ik ook graag spreken. Kan ik niet een briefje schrijven aan mijn
moeder, dat jullie haar geven? Ik zal het proberen. Nee, bij nader inzien toch
maar niet. Maar ik zal haar vragen hier te komen en dat zal ik proberen haar
wat te schrijven, dingen waarover ik niet wil praten."
Sara Jane Leonard
valt met de deur in huis: "Ik had niet gedacht dat jullie 'niggers' lieten
komen, net als ik kom. Ik ben bang dat mijn vader en moeder het niet leuk
vinden dat ik met niggers kom."
Sarah was tien jaar
oud toen ze stierf, dus ze wist niet beter.
Ze vertelt dat ze
stierf in Troy, waarschijnlijk aan de veel voorkomende difterie. Haar vader was
een terpentijnstoker. Dan:
"Stuur mijn brief niet in dezelfde post
als de anderen, mijn vader houdt niet van niggers en hij zou niet willen dat ik
hier kwam met ze."
Waarschijnlijk
bedoelt ze de plaatsing in de krant, maar denkt ze nog in aardse termen.
Sara vertelt verder
dat ze Jenny werd genoemd en dat ze een broer William op de universiteit heeft.
Dan springt ze
zonder logica over:
"Dat was de lelijkste nigger die ik ooit
gezien heb. Hij was groot en zijn 'wool' - zijn haar - was gemixt, zwart en
wit; zijn ogen waren scheel en hij had zulke vreselijke ogen en gezicht! Ik zou
me van kant hebben gemaakt als ik zo lelijk was geweest als hij. Laten jullie
iedereen komen die wil? Negers en al?
Mijn oom werd vermoord door een neger in het
zuiden.Mijn vaders jongste broer. Dat was toen ik erg klein was, en mijn
vader had sindsdien een hekel aan
niggers. Ik heb m'n oom hier gezien, zijn naam was Alexander.
Ik kom hier omdat iedereen komt om brieven
naar huis te sturen. Iedereen is hier, niggers en al.
Ik zou graag met m'n vader en broer spreken.
Mijn broer maakt er grappen over, en hij gaat zitten bij tafels en stoelen en
vraagt ons te komen en de tafel te bewegen en te kloppen, maar hij maakt zoveel
plezier dat we niet kunnen komen. Ik kan komen als hij serieus is. Hij komt bijna naar huis en dan
wil ik dat hij, en vader en moeder en tante, maar niemand anders gaan zitten,
en dan kom ik.
Schrijven jullie alles op wat ik zeg? Ik hoop
dat jullie beter schrijven dan ik kan praten, want ik praat niet zo goed als ik
zou willen.
Op een avond toen mijn broer en een paar van
zijn vrienden een seance hielden was er een geest die klopte, en mijn broer
vroeg of ik dat was en de spirit zei ja. Maar ik was het niet. Hij vroeg de
spirit wat het laatste was dat hij mij had gegeven, maar dat wist die spirit
niet. Als ik het was geweest, dan had ik het geweten. Hij gaf me een hangertje
met zijn portret. Ik had het kettinkje en hij gaf me de hanger voor ik wegging,
en natuurlijk kon ik dat niet vergeten."
In meerdere
opzichten een merkwaardige communicatie, van een tienjarig meisje dat ook in
het hiernamaals zich nog steeds blijkt druk te maken over wat haar vader en
moeder van 'niggers' vinden. Is er een blanke en een zwarte hemel dan? Of is
dit kind gewoon nog in de aardse sfeer en kan ze niet verder?
Waar zou ze het
onderscheid aan kunnen kennen? In haar voorstelling van de hemel, als ze zich
die bij leven gemaakt had, zullen geen niggers zijn voorkomen.
Het lezen van al die
berichten is voor ons vermakelijk, omdat wij er zo anders tegenaan kijken dan
de mensen toen. Voor hen was het een ernstige zaak.
Ook al komen ze
volgens mediums uit het Hiernamaals, wherever that may be, ze zijn zo aards als
wat, en geven daardoor een interessant tijdsbeeld van aards kaliber.
Maar toch,
goedbeschouwd, wat een akelige toestand, geesten die maar blijven hangen,
besluiteloos zijn, geen rust vinden, wraak en genoegdoening willen, nog
dezelfde kwalen hebben als vroeger, trauma's en dom vooroordeel met zich
meedragen...hoe is het toch mogelijk dat zoveel mensen hier werkelijk de hemel
in zagen .... en zien?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten